Michiel van der Vlist, PA0MMV

Bloempottennatuur

Drie maanden geleden wist ik zo goed als niets van ooievaars. Ze staan vaak op één poot en het zijn trekvogels. Ze nestelen op palen met een wagenwiel. Het vierde weetje, dat van die baby’s die ze brengen bleek niet waar. Dat was het zo'n beetje wat ik wist van ooievaars.

Begin april kwam daar verandering in. Toen streken er een paar ooievaars neer in Driebergen. Al vele jaren was er op het terrein van de kwekerij aan het Kloosterlaantje een nestgelegenheid. Al eerder waren daar ooievaars neergestreken, maar dat was een beetje aan mijn aandacht ontsnapt en het had tot dusver ook nog niet tot nageslacht geleid. Maar nu was mijn nieuwsgierigheid gewekt en wilde ik er meer van weten. Dus er naar toe om te observeren en ja hoor daar stonden ze te staan op hun hoge poten. De eigenaar van het terrein waar het nest staat was zo attent om niet alleen een plaatsje voor de ooievaars te verzorgen, maar ook een zitplaats voor de bezoekers. En al na een paar keer terugkomen bleek dat de plannen van het paar serieus waren. Op 6 april nam ik waar dat de eerste stap voor nageslacht werd gezet. Er werd ooievaarsliefde bedreven.

Vanaf toen werd het bankje aan het kloosterlaantje een plaats om tijd door te brengen. Het observeren vergt veel geduld. Soms gebeurt er lange tijd niets. In het begin waren ze vaak beiden op het nest en dan stonden ze daar maar. Totdat er ineens één wegvloog en zomaar een uur of langer wegbleef. Bij terugkomst dan vaak met een pluk gras of wat takjes in de bek, Het nest wordt voortdurend onderhouden. Een andere observatie is dat er blijkbaar ook onder ooievaars woningnood heerst. Er is kennelijk concurrentie, want het nest is diverse malen belaagd. Ik heb zelf in de eerste dagen concurrenten boven het nest zien cirkelen en anderen hebben daadwerkelijke aanvallen gezien en zelfs gefotografeerd. Zie het nieuwsarchief van heuvelrugnieuws.nl.

Het leuke van dat al is niet alleen het waarnemen van het gebeuren als zodanig, maar ook dat je door op die plek rond te hangen je in contact komt met andere belangstellenden. De één weet dit en de ander weet dat en zo kom je steeds meer te weten. De eigenaar van het nest - de heer Tiggeloven - had ook al snel in de gaten dat ik een "stamgast" van zijn bankje was geworden. Hij stopte altijd even voor een praatje en zo kwam ik te weten dat er een hele organisatie bestaat die de ooievaarsstand in Nederland bijhoudt. Dat de ooievaars geringd waren had ik zelf ook al gezien, maar dat je met een flinke telescoop ook de nummers zou kunnen aflezen zou ik niet vermoed hebben. Maar het kan en zo is door een deskundige vastgesteld dat de ene uit Duistland kwam en de ander al eerder bij een mislukte nestpoging ergens op de Veluwe betrokken was geweest. En zo werd mij verteld: ook de jongen van dit paar zullen geringd worden.

Wel, jongen kwamen er. Eerst werden er twee gesignaleerd en een paar dagen later zelfs drie. Ik heb ze op 6 juni alledrie gezien. Helaas overleefden twee van de drie kuikens het slechte weer van half juni niet. Toen er geringd kon worden was er nog maar één kuiken over. De natuur is wreed. Ik had geluk, ik kon samen met nog een aantal belangstellenden en fotografen mee omhoog met de ringmeester in de hoogwerker. De regen kwam bij bakken naar beneden en ik ben drijfnat geworden, maar ik had het voor geen goud willen missen. Wie krijgt er de kans om een ooievaarskuiken van zo dichtbij te zien? Daar lag ie dan als een verzopen kip op het nest. Rustig en stil, want ooievaarskuikens houden zich bij gevaar voor dood om niet de aandacht te trekken van roofvogels. Ring er om en gauw weer naar beneden.

Een belevenis om niet gauw te vergeten. Maar het zet je wel aan het denken. Hoe deden die ooievaars dat vroeger eigenlijk toen de mensen nog geen nesten voor ze bouwden op hoge palen? Vast niet op de grond, je ziet duidelijk dat het hele broedgedrag is geoptimaliseerd voor een hoge, weinig beschutte plaats, buiten bereik van vossen en andere potentiële rovers. Ze moeten wel nesten in de bomen hebben gebouwd. Maar dat doen ze nu niet meer, ze vechten om nestplaatsen die door de mens voor ze aangelegd zijn. Zijn ze het verleerd om nesten in bomen te bouwen? Zijn er geen geschikte bomen meer op rustige plaatsen? Hoe dan ook, ze zijn afhankelijk geworden van de mens. Straks vliegt het Driebergse ooievaarsjong op eigen kracht naar Noord Afrika, maar wie weet gaat de bemoeienis over vijftig jaar zo ver dat we ze op het vliegtuig zetten. Er is door alle belangstellenden die er er zich op één of andere manier mee bemoeid hebben al zo veel brandstof verstookt, dat dat beetje extra CO2 uitstoot van het vliegtuig er ook nog wel bij kan.

En zo is het overal in Nederland. We leggen ecoducten aan zodat de vossen, marters en wilde zwijnen de snelwegen over kunnen steken. De herten- en reeënstand wordt door afschot binnen de perken gehouden en de grote grazers worden bij strenge vorst soms bijgevoerd. Echte ongerepte natuur die zichzelf zonder bemoeienis van de mens in stand kan houden bestaat in Nederland al lang niet meer. Zoals Cees Dorrestein, de boswachter van het Stichts Landschap het noemt: bloempottennatuur.

Michiel van der Vlist, 1 juli 2007


Je moeder en ik vinden het geweldig wat je allemaal gezien hebt; zijn benieuwd wanneer ze uitvliegen. Waarschuw je ons dan even?

Elna van der Vlist, 15-7-2007


Terug naar overzicht columns

Stuur mij een e-mail


Join the family of FON Unicode site Valid HTML 4.0 Transitional Valid CSS

Home page English Home page English
Home page Nederlands Home page Nederlands

Laatst bijgewerkt 14 augustus 2008.
Deze website gebruikt unicode (utf-8)
© 2005-2008, Michiel van der Vlist

Kwfs